Kaassoufflé met tempura van pastinaak

Voor het bereiden van kaassoufflé wordt een béchamelsaus als basis gemaakt. Verwarm de boter tot hij is gesmolten en alle schuim is verdwenen. Roer de bloem er lepel voor lepel doorheen en laat het geheel al roerend ongeveer 1 min warm worden. Voeg er nu de melk in gedeelten bij. Blijf roeren tot er een gladgebonden saus is ontstaan. Laat de béchamelsaus, al roerend, een min of 5 zachtjes doorkoken. Haal de saus van het vuur.
Splits de eieren en klop de eiwitten stijf. Roer de eierdooiers door de nog warme béchamelsaus, voeg hierna de geraspte Gruyère toe. Maak op smaak met wat peper en zout. Spatel nu voorzichtig het stijfgeslagen eiwit door het mengsel.
Beboter de soufflévormpjes heel grondig en vul ze tot 2/3^e met het mengsel, zet ze in een voorverwarmde oven van ongeveer 175 C. Bak ze goudbruin, na circa 30 min is de soufflé gaar. Voorzichtig eruit halen! en leg ze vast op een bordje onder de warmhoudplaat.

Schil de pastinaken en snijd ze overlangs in 2 of 4 delen (afhankelijk van de grootte van de pastinaak). Schaaf ze met een kaasschaaf of dunschiller in lange dunne plakken (1 cm breed)
Meng het tempurameel in ½ l ijskoud! water.
Haal de plakken pastinaak door het beslag. Doe de plakken bijna stuk voor stuk in het hete frituurvet (anders wordt het één klont), zorg dat ze lichtbruin worden en laat uitlekken op keukenpapier. Wat zouten en warm houden in de oven.

Leg een soufflé op een bordje met erop en daarnaast enkele knapperige gefrituurde pastinakenplakken.

Ingrediënten